Vergoeding van de reissom, waartegenover geen vakantiegenot heeft gestaan, de kosten van de terugvlucht en de kosten van het lang parkeren.


7 mei 2012 om 10:07 door

Geschillencommissie: Het feit dat klager heeft besloten zijn vakantie op Cyprus af te breken en een terugvlucht naar Nederland te boeken is aan de reisorganisatortoe te rekenen.

7 mei 2012

De commissie heeft het volgende overwogen.

De kern van het geschil betreft de vraag of het feit dat klager heeft besloten zijn vakantie op Cyprus af te breken en een terugvlucht naar Nederland te boeken aan hemzelf is toe te rekenen of aan de reisorganisator. De commissie is van oordeel dat het laatste het geval is.

Geen gids
In de eerste plaats heeft klager onweersproken gesteld dat de hotelgids niet is komen opdagen. Voorts is niet voldoende weersproken dat een vertegenwoordigster van de reisorganisator aanwezig is geweest bij de met de receptie van het eerste hotel gemaakte afspraken. Toen die niet werden nagekomen, heeft klager getracht via het boekingskantoor alsnog een acceptabel alternatief te bereiken, wat niet is gelukt. Hierdoor stond klager op straat zonder het uitzicht op een behoorlijk onderkomen. Uit de stukken van het geschil blijkt voorts dat klager heeft getracht via de reisorganisator een terugvlucht te boeken. Dat lukte niet omdat de reisorganisator pas aan het einde van de klagers geplande verblijf de terugvlucht kon realiseren. De door klager als gevolg van de geschetste gang van zaken geleden schade dient derhalve door de reisorganisator te worden vergoed. Alleen die schade die redelijkerwijs als gevolg van de tekortkoming van de zijde van de reisorganisator kan worden aangemerkt komt voor vergoeding in aanmerking. Dat zijn de reissom, waartegenover geen vakantiegenot heeft gestaan, de kosten van de terugvlucht en de kosten van het lang parkeren. De overige verlangde vergoedingen kunnen niet worden toegewezen. De twee dagen gederfd vakantiegenot zijn begrepen in de door de reisorganisator terug te betalen reissom. Tegenover de kosten die verband houden met het vakantieverblijf in Nederland staat een door een derde aan klager geleverde prestatie, die in de plaats is gekomen van de prestatie waartoe de reisorganisator zich had verbonden. Het argument van de reisorganisator dat zijn aansprakelijkheid is beperkt tot de reissom acht de commissie niet juist. Volgens artikel 14, lid 2 van de ANVR-reisvoorwaarden geldt deze beperking voor de vergoeding wegens derving van reisgenot. Lid 3 van dit artikel beperkt de aansprakelijkheid voor overige schade tot maximaal driemaal de reissom. De aan klager toekomende vergoeding valt hier binnen. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing: De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 1.485,52 (€ 727,50 + € 710,52 + € 47,50). Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 75,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 7 mei 2012.

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt