Europees arrest bevestigt omvang van bevoegdheid Staatssecretaris.


27 september 2013 om 12:18 door

De nationale wetgever, en niet de handhavende instantie (NEB), bepaalt de reikwijdte van de bevoegdheid van de NEB.

26 september 2013

In zijn arrest van vandaag geeft het Europese Hof van Justitie nader invulling aan de omvang van de bevoegdheid van een nationale handhavende instantie die maatregelen moet nemen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de rechten van passagiers worden geëerbiedigd.

Indien in een Europese Verordening is bepaald dat de voor de handhaving van deze Verordening aangewezen nationale instantie (NEB) de maatregelen moet nemen die noodzakelijk zijn om de eerbiediging van de rechten van de reizigers te garanderen, is vereist dat de lidstaat de reikwijdte van die maatregelen vaststelt.

Dat mag de NEB dus niet zelf doen. Hoewel het Hof tot zijn oordeel komt op basis van een Europese Verordening die betrekking heeft op de rechten van treinreizigers, gaat zijn oordeel ook op voor luchtreizigers. In artikel 16, eerste lid, van Verordening 261/2004 (luchtreizigers) worden immers soortgelijke bewoordingen gebezigd als in artikel 30, eerste lid, van Verordening (EG) Nr. 1371/2007.

De lidstaat Nederland heeft in de artikelen 11.15 en 11.16 van de Wet Luchtvaart bepaald welke maatregelen de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (= de Nederlandse NEB) bij overtreding van Verordening 261/2004 moet* nemen, namelijk: het opleggen van een last onder bestuursdwang en het opleggen van een boete. De wetgever heeft GEEN andere mogelijkheid aan de NEB gegeven.

In de praktijk is gebleken dat de Staatssecretaris geen gebruik maakt van deze maatregelen. In plaats daarvan bedient zij zich van een buitenwettelijke klachtenprocedure die, aldus de website van de NEB, in dienst staat van een mogelijke civiele procedure. Uit de website blijkt verder dat de NEB wacht op de ontvangst van een klacht van een reiziger alvorens überhaupt iets te doen. Deze mogelijkheid heeft de Nederlandse wetgever haar niet gegeven! De NEB moet immers zelf, op eigen initiatief, actief handhaven. Zulks volgt uit de artikelen 11.15 en 11.16 van de Wet Luchtvaart in samenhang met de op de staatssecretaris rustende beginselplicht tot handhaving.

Hiermee handelt de NEB dus buiten de omvang van haar bevoegdheid op een wijze die niet is toegestaan.

ReisRecht

* De staatssecretaris heeft hierin, op grond van de zogeheten beginselplicht tot handhaving, geen keuzevrijheid.

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt