Rechten van waterreizigers (1)

Europese verordening Waterpassagiers in werking getreden
Vandaag is Verordening (EG) nr. 1177/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen in werking getreden. In http://wetten.overheid.nl/BWBR0020586/geldigheidsdatum_13-02-2013#Hoofdstuk3_i4_Artikel310 artikel 3.10 van de Wet handhaving consumentenbescherming is de Minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen als handhavende instantie.

In de Memorie van Toelichting staat dat de minister de bevoegdheid om een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom op te leggen mandateert aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

De vorm waarin ILT de handhaving van deze verordening zal uitvoeren, zal zij nader uitwerken in een handhavingskader. De ILT wordt belast met de behandeling van klachten conform de verordening. De systematiek is dat de ILT elke klacht beschouwt als een verzoek om handhaving, er onderzoek naar doet en op basis daarvan een besluit neemt. De ILT geeft daarbij aan of zij de klacht gegrond vindt en of zij handhavend optreedt.

Dit duidt erop dat men nog steeds niets geleerd heeft van alle ervaringen met de handhaving van de rechten van luchtreizigers. Het is immers weer de bedoeling dat door de ILT een ‘klachtenprocedure’ wordt ontworpen, daar waar een handhavingsverzoek met toepassing van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet worden behandeld als een aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb.

ReisRecht zal de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden.

ReisRecht