Raad van State mist kans om op te komen voor luchtreiziger.


24 oktober 2014 om 12:41 door

Rechter legt onjuist feit aan uitspraak ten grondslag.

22 oktober 2014

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (= hoogste bestuursrechter) heeft vandaag in een uitspraak bepaald dat de reiziger middels overlegging van een email van de KLM niet heeft aangetoond dat hij beschikte over een bevestigde boeking voor de betreffende vlucht.

De rechter overweegt dat de staatssecretaris de door de reiziger overgelegde e-mailberichten van de KLM onvoldoende bewijs heeft mogen achten. ‘Uit deze e-mailberichten volgt, anders dan [appellante] stelt, namelijk niet dat zij een boeking voor de desbetreffende vlucht had en dat die boeking door KLM is aanvaard en geregistreerd, doch slechts dat KLM heeft bevestigd dat die vlucht vertraging heeft opgelopen.’, aldus de rechter.

In de betreffende email van de KLM* heeft de KLM, anders dan de rechter stelt, niet ‘slechts bevestigd dat de vlucht vertraging heeft opgelopen’. In de aan de reiziger persoonlijk gerichte email spreekt de KLM o.v.v. het betreffende vluchtnummer meermaals van ‘uw vlucht’ en biedt de KLM met betrekking tot die specifieke vlucht expliciet excuses aan. Ook wil de KLM enkele kosten vergoeden. Daarmee staat onomstotelijk vast dat de KLM de boeking (lees: de vervoersovereenkomst) van de reiziger voor de desbetreffende vlucht heeft geaccepteerd.

De uitspraak van de Raad van State ontbeert derhalve feitelijke grondslag en moet om die reden voor onjuist worden gehouden.

ReisRecht

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt