Behandeltermijn handhavingsverzoeken.


3 oktober 2013 om 17:16 door

Staatssecretaris vertelt onwaarheid aan hoogste bestuursrechter.

3 oktober 2013

In haar voortdurende pogingen om de bestuursrechtelijke bescherming van de rechten van luchtreizigers te frustreren, bleek de staatssecretaris vandaag zelfs bereid om een onwaarheid tegen de hoogste bestuursrechter te vertellen.

Aan de orde was de termijn van zes maanden die de staatssecretaris meent nodig te hebben om handhavingsverzoeken af te handelen.

Een dermate lange afhandelingstermijn is volgens artikel 4:14, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, slechts toegestaan indien de wettelijike termijn van acht weken niet kan worden gehaald ‘en dit aan de aanvrager wordt meegedeeld’.

ReisRecht heeft namens een reiziger aangevoerd dat de staatssecretaris een absolute standaardtermijn van zes maanden hanteert en dat die termijn dus niets te maken heeft met de onmogelijkheid om binnen de wettelijke termijn van acht weken een besluit te nemen.

In verweer voerde de staatssecretaris aan dat zij bij brief van 3 februari 2011 had aangegeven ‘dat er niet binnen een termijn van acht weken kan worden gereageerd’.

Dit is in strijd met de waarheid. In haar brief van 3 februari 2011 gaf zij immers NIET aan ‘dat er niet binnen een termijn van acht weken kan worden gereageerd’.

Dit is cruciaal, omdat de wetgever met de betreffende zinsnede nu juist heeft bedoeld om te voorkomen dat bestuursorganen ongemotiveerd de beslistermijn oprekken.

De wérkelijke reden voor de lange behandelduur die de staatssecretaris hanteert heeft niets te maken met de onmogelijkheid om binnen de wettelijke termijn te beslissen, maar o.a. met de ruime tijd die de staatssecretaris aan de airlines gunt om te reageren op een handhavingsverzoek.

ReisRecht

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt