Compensatie bij gemiste overstap


5 april 2012 om 09:35 door

Korte overstaptijd voor rekening van vliegmaatschappij. Slecht weer en aanwijzingen verkeersleiding geen overmacht.
5 april 2012

De vervoerder heeft de passagiers een vlucht aangeboden met een korte overstaptijd. Uit het beginsel van consumentenbescherming vloeit voort dat de passagiers mogen aannemen dat de overstap haalbaar is.

Indien zich omstandigheden voordoen die de geplande overstap verhinderen, moet dat in beginsel voor rekening van de vervoerder komen, tenzij hem een beroep op buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening toekomt.

Het enkele feit dat de luchtverkeersleidingen van Heathrow en Schiphol aanwijzingen hebben gegeven die aan de vertragingen hebben bijgedragen, is van onvoldoende gewicht. De considerans van art. 15 van de Verordening geeft als voorbeeld dat “een besluit van het luchtvaartbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging veroorzaakt”. Dat was niet aan de orde. In de eerste plaats was er, ook op Heathrow, geen sprake van een langdurige vertraging. In de tweede plaats trof de verkeersleiding op Heathrow een algemene maatregel, die een in de genoemde omstandigheden en op dat tijdstip niet ongebruikelijke en geringe congestie met zich meebracht.

Dat er sprake was van weersomstandigheden die als buitengewone omstandigheden kwalificeren, kan evenmin worden aangenomen. In de eerste plaats worden weersomstandigheden in onderdeel 15 van de considerans van de Verordening in het kader geplaatst van bijzondere incidenten als stakingen, politieke instabiliteit en onverwachte vliegveiligheidsproblemen. Daaruit en uit het uitgangspunt van consumentenbescherming kan worden opgemaakt dat de Verordening op dit punt betrekking heeft op uitzonderlijke weersomstandigheden. In de tweede plaats maakt onderdeel 14 van de considerans melding van “weeromstandigheden die uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen”. Ook die expliciete formulering duidt erop dat het niet om niet ongebruikelijke weersomstandigheden met betrekkelijk geringe vertragingen gaat.

Nu de oorzaken van de vertraging niet als een buitengewone omstandigheid worden aangemerkt, moet worden geoordeeld dat het missen van de aansluiting voor risico van de vervoerder komt. De passagiers kunnen daarom aanspraak maken op de gevorderde vergoeding.

Lees hier de uitspraak van de kantonrechter.

ReisRecht

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt