Compensatie bij aansluitende vluchten (3)


26 februari 2013 om 09:16 door

Europese Hof bevestigt: aan passagiers van een vlucht met rechtstreekse aansluitingen is compensatie verschuldigd wanneer hun vlucht met een vertraging van drie uur of meer op de eindbestemming arriveert.

26 februari 2013

Artikel 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 moet aldus worden uitgelegd dat compensatie is verschuldigd aan de passagier van een vlucht met rechtstreekse aansluitingen die bij vertrek een vertraging heeft opgelopen die en zijn eindbestemming heeft bereikt met een vertraging van drie uur of meer ten opzichte van de geplande aankomsttijd. Dit aaangezien deze compensatie niet afhankelijk is van het bestaan van een vertraging bij het vertrek en dus evenmin van de vraag of de voorwaarden van voornoemd artikel 6 van die verordening vervuld zijn.

Vluchtvertraging
Het Hof wijst er nog eens fijntjes op dat, enerzijds, de financiële gevolgen voor de airlines niet als onevenredig aan de doelstelling van een hoog beschermingsniveau voor luchtreizigers kunnen worden beschouwd en, anderzijds, de reële omvang van die financiële gevolgen kan worden verminderd in het licht van de volgende drie elementen.

1. Om te beginnen zij eraan herinnerd dat de luchtvervoerders niet verplicht zijn compensatie te betalen indien zij kunnen aantonen dat de annulering of de langdurige vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen, dat wil zeggen van omstandigheden waarop de luchtvervoerder geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen (arrest van 22 december 2008, Wallentin-Hermann, C‑549/07, Jurispr. blz. I‑11061, punt 34, en reeds aangehaald arrest Nelson e.a., punt 79).

2. Voorts laat de nakoming van de verplichtingen op grond van verordening nr. 261/2004 de mogelijkheid voor deze vervoerders onverlet om van eenieder die de vertraging heeft veroorzaakt, ook van derden, terugbetaling te vorderen, zoals artikel 13 van deze verordening bepaalt (reeds aangehaald arrest Nelson e.a., punt 80).

3. Bovendien kan het compensatiebedrag, dat afhankelijk van de afstand van de betrokken vlucht 250, 400 of 600 EUR bedraagt, overeenkomstig artikel 7, lid 2, sub c, van verordening nr. 261/2004 met 50 % worden verlaagd wanneer de vertraging van een niet onder artikel 7, lid 2, sub a en b, van deze verordening vallende vlucht minder dan vier uur bedraagt (reeds aangehaalde arresten Sturgeon e.a., punt 63, en Nelson e.a., punt 78).

Tot slot blijkt uit de rechtspraak dat het belang van de doelstelling van bescherming van consumenten, tot wie ook de luchtreizigers behoren, de voor sommige marktdeelnemers negatieve economische gevolgen – zelfs indien deze aanzienlijk zijn – kan rechtvaardigen (reeds aangehaald arrest Nelson e.a., punt 81 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

Klik hier voor het arrest.

ReisRecht

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt