Boeking terugvlucht bij andere luchtvaartmaatschappij dan bij heenvlucht door fout reisorganisator .


2 november 2012 om 09:47 door

Geschillencommissie: De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 350,-
2 november 2012

De commissie heeft het volgende overwogen.

In artikel 5 lid 7 van de ANVR Reisvoorwaarden is bepaald dat voor vervoersonderdelen van de reis de vertrek- en aankomsttijden zullen worden vermeld in de reisbescheiden. Deze tijden zijn definitief. De reisorganisator kan hier alleen binnen redelijke grenzen en alleen indien handhaving van deze tijden redelijkerwijs niet van hem gevergd kan worden van afwijken. In dat geval zijn de artikelen 14 en 15 niet van toepassing.

Niet in geschil is dat in de vliegtickets die klager (laatstelijk) heeft gekregen staat vermeld dat de terugvlucht met [naam van luchtvaartmaatschappij B] zou zijn met een vertrek om 22.15 uur op 4 augustus 2012. Gelet op hetgeen de reisorganisator ter zitting naar voren heeft gebracht staat vast dat hij bij het boeken van deze terugvlucht een fout heeft gemaakt. De reisorganisator heeft echter niet duidelijk gemaakt waarom handhaving van de tijd van de terugvlucht redelijkerwijs niet van hem gevergd kon worden. Dit klemt te meer nu klager ten tijde van de boeking via de website van de reisorganisator in de gelegenheid is gesteld voor deze terugvlucht te kiezen. Dat zoals de reisorganisator heeft aangevoerd het systeem deze keuze ten onrechte niet heeft geblokkeerd, omdat de heen- en terugvlucht niet bij dezelfde maatschappij waren geboekt, kan klager niet worden
tegengeworpen.

Uit het voorgaande volgt dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en extra kosten heeft gemaakt, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. Dit bedrag betreft zowel een vergoeding voor de materiële schade (extra kosten) als de immateriële schade (ongerief).

Daarbij overweegt de commissie nog dat klager zijn stelling dat hij € 300,– aan belkosten heeft gemaakt niet nader heeft onderbouwd.Met betrekking tot de wijze waarop zowel ter plaatse als in Nederland de klacht is afgehandeld is de commissie van oordeel dat de reisorganisator ook daar steken heeft laten vallen. Zo is klager niet duidelijk gemaakt hoe het probleem met de terugvlucht heeft kunnen ontstaan, is ook geen enkele poging ondernomen – daarvan is de commissie althans niet gebleken – klager alsnog met een late terugvlucht te laten vertrekken, en is geen enkel begrip getoond voor de ontstane situatie, die volledig aan de reisorganisator is toe te rekenen.

De klacht is derhalve gegrond. Derhalve wordt als volgt beslist.

De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 350,–, waarin de reeds aangeboden vergoeding is begrepen. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies. De commissie wijst het meer of anders verlangde af. Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 100,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 500,-. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 2 november 2012.

Meer nieuws

Wij gaan door als u niet verder komt